Dit zijn de koningen die in het land Edom geregeerd hebben, voordat er een koning over de Israëlieten regeerde.
Genesis 36:31
Na de stamhoofden volgt de koningslijst van Edom. De (betekenis van de) koningslijst is lastig te verklaren, onder meer vanwege onduidelijkheid over de datering. Al tijdens de woestijnreis van het volk Israël was er een koning in Edom. Hij belette hun de doortocht[1]. Dat is ongeveer 233 jaar na de dood van Jakob[2]. Er vanuit gaande dat Ezau ongeveer even oud werd als Jakob, en de gemiddelde regeringsperiode van een koning niet meer dan 30 jaar zal zijn, kan de koning van Edom die Israël de doortocht naar Kanaän belemmerde, een van de laatste koningen zijn geweest.
Na de koningen van Edom worden er weer stamhoofden genoemd. Dat maakt duidelijk dat de Edomieten feitelijk geregeerd werden door hun stamhoofden[3], maar in de oorlog was een eenhoofdige aanvoerder, een koning wel handig [48][4]. Het is daarom waarschijnlijk dat de Edomieten na de dood van Ezau gezamenlijk een koning kozen. Chronologisch kunnen er dus tegelijkertijd zowel koningen als stamhoofden geweest zijn. Er is geen sprake van erfopvolging. Als er een koning sterft, wordt een nieuwe koning aangesteld of gekozen. Dat is een vorm van democratie voordat het principe daarvan al bekend was.
De koningslijst geeft nog een aanwijzing voor de periode waarin de koningen leefden. In vers 31 staat: Dit zijn de koningen die in het land Edom geregeerd hebben, voordat er een koning over de Israëlieten regeerde.
Wat betekent deze verwijzing naar de Israëlieten? Hoe kan de auteur van Genesis dit weten? Hoe wist Mozes als de auteur van de Tora dat Israël een koning zou hebben? Toen Mozes stierf had Israël nog geen koning gehad. Voor bijbelcritici is het een argument om Mozes niet als enige auteur van de Tora te zien[5]. Deze toledot zou dan door iemand anders geschreven en ingevoegd moeten zijn.
Een andere uitleg is dat met deze verwijzing bedoeld wordt: voordat er een koning van Israël over Edom regeerde [57]. Dat zou de tijd van de koningen van Edom vlak voor de regering van David en/of Salomo plaatsen, want zij regeerden over Edom. Deze opvatting levert echter veel problemen op. Hoe lang regeerden de koningen van Edom? Hoe past dat in de tijdlijn? Bovendien is dat niet wat de Hebreeuwse tekst zegt. Er staat letterlijk: voor de regering van een koning voor de kinderen van Israël [48].
Het is niet zeker of de koningen echt koningen waren of meer als ‘rechters’ gezien moeten worden. Argumenten hiervoor zijn het ontbreken van erfopvolging en een vaste hoofdstad, en een parallelisme tussen melekh/shofet (koning/rechter) in de Bijbel[6]. De zinsnede voordat er een koning in Israël regeerde kan dan ook zien op de periode van de richters in Israël. Ook toen was er geen koning in Israël en deed iedereen wat goed was in eigen ogen[7]. Dan blijft evengoed het probleem van de datering en het auteurschap van deze toledot.
Er is een andere, eenvoudiger, verklaring. In Deut. 17:14-20 geeft Mozes voorschriften voor een koning, voor het geval dat het volk zal zeggen een koning te willen hebben, net als alle andere volken. Mozes gaat er daarbij vanuit dat er een koning komt[8]. Daar kunnen we Gods belofte aan Abraham[9] en Jakob[10] bijvoegen, waarin hen koningen in hun nageslacht beloofd worden. Dat Mozes in Gen. 36 dus aan Israëls koningen refereert, is dan niet zo vreemd. Deze zinsnede is evenwel een sleutelzin voor de verklaring van de koningslijst en heeft ook een profetisch karakter, zoals we later zullen zien.
Een Joodse traditie stelt dat de Edomitische koningen met regeren begonnen ongeveer 550 jaar voor de eerste koning van Israël. Dat was in het jaar waarin de laatste zoon van Jakob, Levi, stierf. Een andere overlevering zegt dat Bela, de eerste koning van Edom aan zijn regering begon twintig jaar nadat Jakob in Egypte kwam.
Koningen werden gekozen voor de strijd[11], voor de eenheid. Een koning hoeft niet noodzakelijk een Edomiet te zijn. Ook Balak, de koning van Moab was geen Moabiet, maar een Midianiet. Van veel koningen lezen we in Genesis niet meer noties dan hun namen, soms de naam van de vader, en/of hun stad of land. Niet duidelijk is of het om de geboorteplaatsen van de koning gaat of dat het de hoofdstad van zijn koninkrijk betreft. In het eerste geval kan het steden betreffen die buiten Edom liggen. Bij uitzondering worden hun daden genoemd. Een belangwekkende bron voor het begrijpen van de koningslijst is een oude studie over de Hittieten van de hand van Campbell [58].
Tabel 5. Overzicht van de koningen van Edom.
Koning | Familie | Stad/Land | |
1 | Bela | Beor | Dinhaba |
2 | Jobab | Zerah | Bozra |
3 | Husam | Temanieten | |
4 | Hadad | Bedad | Avith |
5 | Samla | Masreka | |
6 | Saul | Rehoboth | |
7 | Baäl-Hanan | Achbor | |
8 | Hadar | Mehetabeël | Pahu |
[nummer] zijn literatuurverwijzingen in het boek.
Als je de hele paragraaf wilt lezen, dan kun je het hier downloaden (pdf).
Of bestel het hele boek!
[1] Num. 20.
[2] 210 jaar bleef het volk in Egypte. Jakob stierf in het 17e jaar in Egypte. En toen het volk bij Edom aankwam, hadden ze ongeveer 40 jaar in de woestijn gezworven.
[3] zie ook Ex. 15:15.
[4] Dit wordt ondersteund door 2 Kon. 3:9 waar ineens over een koning van Edom gesproken wordt, terwijl er in deze tijd helemaal geen koning van Edom was volgens 1 Kon. 22. Ook de koning van Moab, Mesa, was van beroep veehouder (2 Kon. 3:4).
[5] Maar bijvoorbeeld ook de auteur van 1 Kron. 1, waar ook de koningen en de stamhoofden genoemd worden, en geschreven in de tijd van koning Josafat [48].
[6] Zie bijv. Spr. 29:14.
[7] Richt. 17:6, 18:1, 21:25.
[8] zie ook Deut. 28:36.
[9] Gen. 17.
[10] Gen. 35.
[11] De eerste keer dat het woord koning in de Bijbel staat is in Genesis 14: de strijd van de koningen. Daaruit kan worden afgeleid dat koningen aangesteld werden om de strijd te leiden. In contrast daarmee is Melchizedek, de koning van de vrede!