Browse Tag

Edom

Uit Efraïm, hun wortel tegen Amalek

In Richteren 5 heft Debora haar lofzang aan na de overwinning op Jabin, koning van de heidenvolken, en zijn veldmaarschalk Sisera. Deze strijd staat weer symbool voor de strijd tussen het volk van God en van Zijn tegenstander. Het is de aloude strijd tussen Jakob en Ezau.

Deze lofzang is mede daarom van groot belang, omdat de geschiedenis aangehaald wordt door Asaf in Psalm 83. Na de beschrijving van de vijanden, met Edom en Amalek in de hoofdrol, zegt Asaf: Doe met hen als met Midian, als met Sisera, als met Jabin, aan de beek Kison. Richteren 4 en 5 is een machtige geschiedenis van Gods verlossing door de hand van Debora. In mijn boek ga ik uitgebreid op deze prachtige Psalm in.

Uit Efraïm kwamen zij…

Debora is richter in Israël. Zij houdt zitting in het bergland van Efraïm. Barak is afkomstig uit Naftali. Na in de aanhef de heerlijkheid van de ENE, de God van Israël, bezongen te hebben, gaat Debora de bijdrage aan de strijd door de verschillende stammen van Israël langs. We lezen dan in vers 14 (HSV):

Uit Efraïm kwamen zij, hun wortel ligt in Amalek.

De schuingedrukte woorden zijn door de vertalers toegevoegd om er een begrijpelijke en logische zin van te maken. In de grondtekst staat er Uit Efraïm wortel in-Amalek. 

מִנִּי אֶפְרַיִם שָׁרְשָׁם בַּעֲמָלֵק

De SV vertaalt dichter bij het Hebreeuws:

Uit Efraïm was hun wortel tegen Amalek.

Vertalen is keuzes maken en dat is bij dit vers niet gemakkelijk. Dat wordt met name veroorzaakt door het woord sheresh, wat met wortel wordt vertaald. Waarom wordt dit woord hier gebruikt? En vervolgens: in welke relatie staat het tot Amalek? De HSV zegt in Amalek, de SV heeft tegen Amalek. De letter beth voor het woord Amalek is het voorzetsel in, maar kan ook als tegenover gezien worden. De waarde twee symboliseert dan een soort dualisme. De ene tegenover de andere.

Joodse vertalingen

Om niet alle vertalingen langs te gaan, nog twee Joodse vertalingen. De Jewish Study Bible vertaalt met

From Ephraim came they whose roots are in Amalek.

De JSB zegt bij dit vers: “Deze frase is onduidelijk. Daarom moet men de tekstverbetering aannemen die is gebaseerd op de gelijkenis van de Hebreeuwse letters. Stamhoofden (vorsten of prinsen) i.p.v. wortel (שר i.p.v.שרש ) vallei i.p.v. Amalek (עמק i.p.v. עמלק).” Dan zou de betekenis kunnen zijn: Uit Efraïm dalen de vorsten af naar de vallei. Sommige vertalingen hebben dit ook. Niettemin, daarmee zouden we afdoen van de reikwijdte van het Woord.
De Joodse exegeet Rashi (Shlomo Yitzchaki, 1040-1105) kiest een andere weg. De Engelse vertaling op chabad.org luidt: Out of Ephraim, whose root was against Amalek. Rashi tekent daarbij aan: “Out of Ephraim: From Ephraim issued the root שׁוֹרֶשׁ, referring to Joshua the son of Nun (their prince), to subdue Amalek and weaken him by the sword (Ex. 17:13). This verse is connected to the previous one and explains: The Lord dominated the strong for me by establishing Joshua to subdue Amalek.”  In het voorgaande vers wordt gesproken over de geweldigen, de gibborim. Dat woord wordt ook gebruikt in Gen. 6:4 voor de kinderen van de reuzen. Mannen van naam. Zoals ook van Nimrod, de machtige jager voor het gezicht van JHWH, een geweldenaar was 1). Je moet dus van goede huize komen om dergelijke geweldenaren het hoofd te kunnen bieden.

De wortel tegen Amalek

Jozua, de zoon van Nun, een Efraïmiet, voerde de strijd aan tegen Amalek in de woestijn (Ex. 17). Hij is de wortel, het begin. Rashi spreekt over שׁוֹרֶשׁ, wat verwijst naar shor, stier of os, als teken van kracht en leiderschap. De wav is hier dan een leesmoeder. Het is een al gewonnen strijd, hoewel er nog steeds streden wordt. Net als de Efraïmiet Jozua de strijdmacht aanvoerde tegen Amalek, zo zijn het nu de Efraïmieten die als eerste genoemd worden. Ondanks dat de hoofdmacht van Barak uit de mannen van Naftali en Zebulon bestond. Efraïm, als houder van een deel van het eerstgeboorterecht en hoofd van het latere tienstammenrijk, voert te strijd tegen Amalek, de eerste van de heidenvolken (Num. 24). Debora lijkt hier dus te herinneren aan de eerste keer dat de strijd tegen Amalek gevoerd werd. Dat is de wortel tegen Amalek.

De wortel in Amalek

Het is ook interessant om שָׁרְשָׁ te bezien vanuit de Ancient Hebrew Language. De shin is de afbeelding voor tanden, en heeft dan ook de noties als scherp, drukken, eten, verdelen. De resh is het teken voor het hoofd van een man. Het heeft daarom ook betekenissen als eerste, top, begin. De dubbele shin houden de resh gevangen. Daarom, het is ook de wortel in Amalek. We moeten deze tekst dus niet lezen alsof Efraïm in de weg en het gedachtengoed van Amalek geworteld was. Efraïm streed tégen Amalek. Dat was de wortel, het uitgangspunt, het begin. Vanuit de wortel komt de vrucht – de vrede voort. Efraïm is als het goede zaad dat gestrooid wordt in de akker van Amalek. Efraïm wortelt in Amalek. Het is een ondergrondse, verborgen strijd. Efraïm is als de dubbele shin die de resh, de eerste van deze wereld in de tang heeft 2). Efraïm zal leiden. Want de overste van deze wereld is al geoordeeld (Joh. 16:11). De strijd is nog niet gestreden, maar al wel gewonnen.

Het is geen wonder dat Debora dit loflied zingt! Het galmt tot vandaag de dag na.

 

1) Gibbor wordt ook in positieve zin gebruikt. Niettemin geeft het eerste gebruik van een woord in de Tora wel de richting voor de betekenis aan. 

2) Want Ezechiël 39:2 zegt dat JHWH Gog en zijn menigte zal omwenden en een zeshaak in hen slaan. Zeshaak is een praktische vertaling van שש (= leiden)! Letterlijk: Ik zal u zessen. 

Edom en Amalek staan voor rooms en islamitisch antisemitisme

Kees Bloed schreef deze recensie op MessiaNieuws:

Edom en Amalek zijn geen populaire tags. Wie heeft het nu over die bijbelse volken van ruim 3000 jaar geleden?

Anco van Moolenbroek, tevens blogger op MessiaNieuws.nl, schreef er een boek over: ‘Ezau, hij is Edom’. Edom en Amalek blijken verrassend actueel.

‘De verborgen strijd om het Koninkrijk’ is de ondertitel van dit boek. Edom en Amalek staan namelijk symbool voor de machten die het herstel van Israël bestrijden. Edom doet dat subtiel en probeert Israël naar de kroon te steken. Amalek stoort zich aan God noch gebod en is in staat om Israël uit te roeien met afschuwelijke middelen. Uit Amalek kwam bijvoorbeeld een van de ‘uitvinders’ van de genocide voort: Haman, de Perzische hofmeier die het Joodse volk door middel van een gericht vernietigingsplan wilde uitroeien.

Wie zich in deze duistere en negatieve machten verdiept, moet uitgerust zijn met het nodige incasseringsvermogen. De aarde is roodgekleurd van het bloed dat door het geweld van deze twee volken heeft gevloeid. De cover van het boek laat deze met bloed doordrenkte grond zien. Edom is er zelfs naar genoemd, bloedrood betekent zijn naam. Amalek is ‘het uitverkoren volk van satan’ zelf, dat nog veel meer wil dan louter bloed zien.

Hermeneutiek

Gedegen Bijbelstudie wordt vanuit de Hebreeuwse brontekst gedaan. Zeker zo uitgebreid als in dit boek, is dat een schitterende aanwinst. Maximalistische hermeneutiek heet dat, zoals uitgelegd in de verantwoording (p. 387-388). Het is het uitpluizen van een bijbels thema tot op het bot. Van Moolenbroek doet recht aan de letterlijke tekst en haalt er de nodige commentaren en context bij. Daarnaast legt hij verbanden en proeft voorzichtig aan verborgen betekenissen. Daaruit blijkt een goed gebruik van de Joodse exegese (PaRDeS). Het Hebreeuws is soms wat zwak, de onderbouwing van gemaakte vertaalkeuze’s is vrijwel nihil. Toch is dit een stap vooruit, omdat de meeste christelijke auteurs het Hebreeuws helemaal links laten liggen.

Wat mij betreft is dit boek de eerste van velen, die nu een Bijbels thema op messiaanse wijze uitpluizen. De Hebreeuwse denkwereld blijkt doordat Van Moolenbroek zijn studies van Edom en Amalek opschreef als toldot (geschiedenisrollen). De ontdekkingen en profetische doorkijkjes die de lezer hierdoor krijgt, zullen zij die hun Hebreeuwse wortels waarderen, flink opbouwen!

Toldot Edom

Edom en Amalek worden afzonderlijk behandeld in twee aparte delen. Bij Edom wordt uitgegaan van Genesis 36, één van de meest verwaarloosde hoofdstukken uit de Bijbel.

Koning Hadad van Edom blijkt een type te zijn van de antichrist. Hadad (de achtste koning van Edom) verwijst naar het beest uit de zee van Openbaring 13. Zijn vrouw is de vrouw op het bloedrode beest in Openbaring 17 (p. 75). De lijnen die zo gelegd worden, mogen suggestief lijken, deze manier van omgaan met de Bijbel doet recht aan de Hebreeuwse denkwereld. Van Moolenbroek laat zowel Joodse als christelijke bronnen spreken. Maar telkens zijn de conclusies getrokken op basis van Hebreeuwse denklijnen uit de Bijbel zelf. En dat intrigeert enorm! Wie dus meer wil weten over de antichrist, moet Edom leren kennen. Want de antichrist draagt ‘in elk geval het karakter van Edom’ en heeft dezelfde intenties als hij. Als we daarop afgaan komt Rome in beeld, de kerk die het eerstgeboorterecht van Israël afpakte door de vervangingsleer.

Toldot Amalek

Telkens wanneer een uittocht wordt gevolgd door een speciale ontsnapping en beproeving kun je Amalek verwachten in de Bijbel. Amalek komt telkens naar voren op het scharnierpunt naar overwinning, zegen en een verbond met God. Het Amalek-patroon wordt al aangetroffen in Genesis 14. Voordat Amalek genoemd wordt, is Abram uitgeleid uit Ur, ontsnapt uit Charan, beproefd in Egypte en door zijn neef Lot. Na de overwinning komt het verbond met God en de zegen van de geboorte van Abrahams zonen. Dit patroon herhaalt zich meerdere malen in de Bijbel. In de toekomst, tijdens het herstel van alle dingen, zal Amalek als Gog en Magog optreden. Vandaag is Amalek vooral zichtbaar in de afschuwelijke terreur van islamitische sektes zoals Hamas en ISIS.

Het feit dat veel details zo uitgebreid naar voren komen, zal sommige lezers misschien vermoeien. De vertaling van veel Hebreeuwse woorden is soms ook wat onduidelijk doordat alle mogelijke opties worden opgesomd, zonder dat een keuze wordt gemaakt. Maar wie rustig de aangegeven bijbelgedeelten leest en de lijn van het boek volgt, zal een schat vinden! Telkens krijg je inkijkjes met een bijzondere insteek, die ook nuttig zijn voor ons leven nu.

Citaat

Tot slot nog een citaat om iets te kunnen proeven van de manier waarop Van Moolenbroek de Bijbel aan onze tijd verbindt.

“De Egyptenaren worden economisch geruïneerd, het leiderschap en het militaire apparaat gedecimeerd, de bevolking in diepe rouw gedompeld, en hun godendom blijkt nep te zijn. Dat is alsof we een omwenteling getekend zien zoals we in onze tijd meegemaakt hebben.” (p. 170-171)

Gebeurt in onze tijd niet hetzelfde? Denk aan de economische ruïnering door de wereldoorlogen. Daarna de geleidelijke afbraak van leiderschap en strijdkrachten. Het westen van nu kent allerlei burnins en burnouts en een heel spectrum aan deprimerende ziektes en syndromen. Dagelijks worden we opgeschrikt door zelfmoord, en goden worden door iedereen uitgelachen. Zitten we al in een opmaat naar een volgend stadium in het Amalek-patroon?

Van Moolenbroek, A. (2016) Ezau, hij is Edom, de verborgen strijd om het Koninkrijk. Uitgeverij Aspekt, € 29,95

What’s in a name?

“What’s in a name?

That which we call a rose
By any other name would smell as sweet.”

Veelvuldig wordt deze zin uit Shakespeares Romeo en Juliet aangehaald. Een naam is volgens Juliet niets anders dan een betekenisloze afspraak. Zij heeft niet de naam, maar de persoon lief. Waarop Romeo zijn afkomst afzweert.

En toch… vinden wij het niet om het even hoe wij onze kinderen noemen.
Door naamgeving leggen wij verband met het verleden; we ver-noemen.
Door naamgeving kunnen we het heden benoemen. Wij noemen hem… Zij heet…
Door naamgeving spreken wij verwachting uit naar de toekomst. Want daar komt de betekenis van onze naam tot uitdrukking.

Kort na het verschijnen van mijn boek over Ezau ontving ik het volgende mailtje:

Momenteel ben ik 33 weken zwanger van ons zoontje. Wij willen hem Esau noemen. Wij vinden het een prachtige naam, op de echo was een grote bos haar te zien, én mijn vriend heeft rood haar (wij hopen dat Esau dat ook krijgt. Dat zou compleet zijn). Echter, als wij de diepte in duiken over deze naam, komen wij verschillende verhalen en uitleg tegen over wie Esau/Ezau was. Even kort; het goede of het kwade? Wellicht een ietwat vreemde vraag maar zou u een korte uitleg kunnen geven over uw visie/ontdekkingen? (…) Wij hebben geen twijfels over de naam maar het is lastig om een korte uitleg te geven van wie Esau/Ezau werkelijk was. (…)”

Wie was Ezau? En beoogt zijn naam het goede of het kwade te betekenen? Dat zijn wezenlijke vragen!

De ouders van Ezau hebben hem vast geen naam gegeven met de bedoeling dat het een negatieve betekenis zou hebben. Toen hij geboren was, bleek hij volledig behaard te zijn, als een haren kleed. Daarom noemden zij hem Ezau, de harige. Hij was de oudste van een tweeling. Zijn broer die hem volgde, werd Jacob genoemd. Dat is: hij die volgde. Want hij bleek de hiel van zijn broer Ezau vast te houden. Het Hebreeuwse woord voor hiel en de naam Jacob hebben dezelfde woordstam.

Zo werd de eerste genoemd naar zijn uiterlijk, en de tweede naar zijn gedrag.

Beide jongens groeien op. Ezau zwerft als jager rond, terwijl Jacob thuis blijft. En op zeker moment komt Ezau terug van de jacht en is hij uitgehongerd. Hij ziet dat Jacob gekookt heeft. Een rode linzensoep. En Ezau zegt: laat mij slurpen van het rode, het rode. En daarom werd hij van die dag af ook Edom genoemd. Dat betekent Rood. En zo zag hij er ook uit toen hij geboren werd: niet alleen harig, maar ook rossig. Weer krijgt Ezau een naam naar zijn uiterlijk, naar wat zichtbaar is.

Maar of een naam een positieve lading heeft vooral te maken met gedrag en karakter. Ezau werd als eerste geboren en hij stond in de lijn van de eerstgeborenen. De eerstgeborene had recht op een dubbel deel van de erfenis, maar had vooral ook de verantwoordelijkheid om in opdracht van God zijn familie/volk te leiden in het goede. Zo is het eerstgeboorterecht een gave én een opgave. Echter, Ezau stelde geen prijs op zijn recht en verkocht het aan zijn broer Jacob. In ruil voor een hap van het rode. Later heeft hij daar veel spijt van gehad, maar toen was het te laat. Hij heeft Jacob daarom naar het leven gestaan. En zijn nakomelingen, de Edomieten, deden hetzelfde met de Israëlieten, de nakomelingen van Jacob. Want ook Jacob kreeg een andere naam: Israël. Dat is: Strijder Gods.

De Bijbel tekent Ezau als een levensgenieter, een jager. Als iemand die voor het hier-en-nu leeft. Een hedonist. Want je maakt naam vanuit datgene waar je het meest naar verlangt; vanuit datgene wat je doet. In het kort koos Ezau dus voor zichzelf. Of beter gezegd, hij wilde zijn verantwoordelijkheid niet dragen.

Je naam is wie je bent. Dat is je identiteit. Met onze naam kunnen we geroepen worden. Geroepen met een bedoeling. Met de bedoeling dat je je verantwoordelijkheid neemt. Het Hebreeuwse woord voor noemen is qara. Al in het eerste hoofdstuk van de bijbel wordt dat woord gebruikt. God noemde het licht dag en de duisternis nacht. Zijn dat ook niet beelden van goed en kwaad? Want wie kwaad doet, doet iets wat het daglicht niet kan verdragen. De nacht is voor het ongedierte.

Iedere ouder heeft het geluk van zijn kinderen voor ogen. Echt gelukkig ben je als je tot je doel komt. Ezau was niet echt gelukkig. Dat blijkt wel uit zijn leven. Altijd jaagde hij naar het geluk, maar hij raakte verbitterd omdat hij het geluk niet vond. En dat was zijn eigen schuld. De Edomieten hadden geen beste naam. Niettemin, de Israëlieten moesten mededogen hebben met hen: “want hij is uw broer!”. En er waren Edomieten die Israëliet werden.

Zo kijkt God nog steeds om naar wie zijn eigen gang wil gaan; die alleen leeft voor het hier-en-nu. Met mededogen. Het bleef bij Hem niet alleen bij kijken. Nee, Hij kwam en handelde als een echte Israëliet, een Strijder Gods. Jezus Christus, de Naam boven alle namen. Het is ook de enige Naam waardoor we het geluk kunnen vinden.

Want God heeft ons geluk voor ogen.

Romeo en Juliet kwamen uit families die elkaar bevochten. What’s in a name. Als een roos anders genoemd zou zijn, zou deze nog steeds lekker ruiken. Wie genoemd wordt naar de Naam van Christus wordt geroepen om de geur van Christus te verspreiden. Zodat ook anderen kennis krijgen van deze Naam.

Want God heeft hun geluk voor ogen.